ctivd-rapport-22a.pdf

(361 KB) Pobierz
C
OMMISSIE VAN
T
OEZICHT
BETREFFENDE
DE
I
NLICHTINGEN
-
EN
V
EILIGHEIDSDIENSTEN
CTIVD nr. 22A
TOEZICHTSRAPPORT
Inzake de samenwerking van de AIVD met buitenlandse
inlichtingen- en/of veiligheidsdiensten
Inhoudsopgave
Samenvatting ......................................................................................................................................... i
1. Inleiding .......................................................................................................................................... 1
2. De opzet van het onderzoek......................................................................................................... 1
3. Het wettelijke kader....................................................................................................................... 2
4. Handhaving van de Nederlandse soevereiniteit....................................................................... 5
5. Criteria voor samenwerking......................................................................................................... 7
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
Democratische inbedding en respect voor de mensenrechten
................................................ 8
Taken, professionaliteit en betrouwbaarheid........................................................................
10
Wenselijkheid in het kader van internationale verplichtingen
............................................ 11
Bevordering van de taakuitvoering door de AIVD
.............................................................. 12
Quid pro quo........................................................................................................................
12
6. Samenwerking met buitenlandse diensten .............................................................................. 13
6.1
6.2
Beleid en praktijk binnen de AIVD......................................................................................
13
Enkele samenwerkingsrelaties nader bezien
........................................................................ 18
6.2.1
Hechte samenwerkingsrelaties die van oudsher bestaan .......................... 18
6.2.2
Hechte samenwerkingsrelaties die van recenter aard zijn ........................ 19
6.2.3
Samenwerkingsrelaties die kortgeleden van de grond zijn gekomen ..... 20
De rol van de afdeling Buitenlandse Relaties
...................................................................... 20
Liaisons
................................................................................................................................ 21
6.3
6.4
7. De uitwisseling van gegevens.................................................................................................... 22
7.1
7.2
7.3
Wettelijk kader
..................................................................................................................... 22
Derde partijregel
.................................................................................................................. 24
Gegevensuitwisseling in de praktijk
.................................................................................... 25
8. Technische en andere vormen van ondersteuning ................................................................. 30
8.1
8.2
8.3
Wettelijk kader .....................................................................................................................
30
Verlenen van ondersteuning in de praktijk
......................................................................... 31
Verzoeken van de AIVD om ondersteuning
........................................................................ 33
9. Gezamenlijke operaties ............................................................................................................... 35
9.1
9.2
Wettelijk kader
..................................................................................................................... 35
Gezamenlijke operaties in de praktijk...................................................................................
35
10. Samenwerking in het kader van veiligheidsonderzoeken..................................................... 36
11. Samenwerking in geïnstitutionaliseerd multilateraal verband............................................. 40
11.1
11.2
11.3
11.4
Joint Situation Centre (SitCen) ...........................................................................................
41
Counter Terrorist Group (CTG)..........................................................................................
41
Club de Berne (CdB)
............................................................................................................ 42
Midden-Europa Conferentie (MEC)....................................................................................
42
12. Samenwerking binnen het Koninkrijk der Nederlanden....................................................... 42
13. Afstemming van de AIVD met de MIVD................................................................................. 44
14. Conclusies en aanbevelingen ..................................................................................................... 45
C
OMMISSIE VAN
T
OEZICHT
BETREFFENDE
DE
I
NLICHTINGEN
-
EN
V
EILIGHEIDSDIENSTEN
CTIVD nr. 22A
SAMENVATTING
Bij het toezichtsrapport inzake de samenwerking van de AIVD
met buitenlandse inlichtingen- en/of veiligheidsdiensten
Een goede samenwerkingsrelatie met buitenlandse diensten is van wezenlijk belang voor een
adequate taakvervulling door de AIVD. De gegevens die door deze samenwerking worden
verkregen, versterken namelijk in belangrijke mate de bestaande informatiepositie van de
AIVD die daardoor beter in staat is risico’s voor de nationale veiligheid in te schatten en de
verantwoordelijke autoriteiten hiervoor tijdig te waarschuwen. Met name sinds de aanslagen
van 11 september 2001 is de noodzaak van internationale samenwerking tussen inlichtingen-
en veiligheidsdiensten duidelijker geworden en de bereidwilligheid daartoe toegenomen.
Wanneer de AIVD samenwerkt met buitenlandse diensten op Nederlands grondgebied,
dient dit te gebeuren onder leiding en sturing van de AIVD. Door de AIVD worden
regelmatig aanwijzingen van mogelijke inmenging onderzocht. Na de onderkenning van
ongewenste heimelijke activiteiten door inlichtingendiensten van andere landen wordt door
de AIVD doorgaans tijdig actie ondernomen en worden passende, van de situatie
afhankelijke maatregelen genomen.
Voorafgaand aan de samenwerking met een buitenlandse inlichtingen- en/of
veiligheidsdienst dient zorgvuldig te worden gewogen of een dienst in aanmerking komt
voor samenwerking. Criteria die hierbij dienen te worden gewogen zijn het respect voor de
mensenrechten, de democratische inbedding, de taken, de professionaliteit en de
betrouwbaarheid van de dienst, de wenselijkheid van de samenwerking in het kader van
internationale verplichtingen, de bevordering van de taakuitvoering en de mate van
wederkerigheid (quid
pro quo).
De Commissie is van oordeel dat de AIVD de grootst mogelijke terughoudendheid dient te
betrachten in de samenwerking met diensten van landen waar nauwelijks tot geen
democratische traditie bestaat en waar (structureel) mensenrechten worden geschonden. Het
op voorhand uitsluiten van elke samenwerkingsrelatie met dergelijke diensten zou in de
praktijk echter kunnen leiden tot onwenselijke of zelfs rampzalige situaties. De AIVD dient
daarbij de gebondenheid aan de kaders en beperkingen die de wet stelt niet uit het oog te
verliezen.
De Commissie constateert dat de AIVD in concrete operationele gevallen de afweging maakt
of een specifieke manier van samenwerking met een bepaalde dienst in een gegeven situatie
toelaatbaar is. De Commissie wijst erop dat het maken van uitsluitend deze
ad hoc
beoordeling te beperkt is en onwenselijke gevolgen kan hebben. De Commissie is van
oordeel dat de AIVD per buitenlandse dienst waarmee wordt samengewerkt dient af te
wegen in hoeverre die dienst aan de criteria voor samenwerking voldoet. Ook dient de AIVD
gemotiveerd aan te geven welke vormen van samenwerking met elke afzonderlijke
buitenlandse dienst in beginsel toelaatbaar zijn.
i
De afdeling Buitenlandse Relaties van de AIVD heeft een belangrijke taak in het (mede)
ontwikkelen, in stand houden en het waarborgen van de kwaliteit van de
samenwerkingsrelaties. De Commissie constateert dat de sturende rol van de afdeling
Buitenlandse Relaties in de praktijk onvoldoende vorm krijgt.
De AIVD wisselt gegevens uit met een groot aantal diensten over allerlei onderwerpen. De
gegevens die uitgewisseld worden kunnen variëren van algemene inlichtingen over
bepaalde thema’s en diepgaande analyses van fenomenen tot zeer concrete informatie over
bepaalde zaken of personen. Bij al deze vormen van gegevensuitwisseling dient de AIVD
zich telkens af te vragen of de verstrekking van die specifieke gegevens aan die specifieke
dienst(en) in dat specifieke geval geoorloofd is. Het tegenovergestelde kan eveneens van
toepassing zijn. In sommige gevallen dient de AIVD zich af te vragen of de dienst het zich
kan permitteren om bepaalde gegevens niet te verstrekken.
De verstrekking van gegevens dient plaats te vinden conform de zogenoemde ‘derde
partijregel’ (third
party rule)
die inhoudt dat verkregen informatie slechts verder mag worden
verstrekt indien de dienst waarvan de informatie afkomstig is daarvoor toestemming heeft
verleend. De Commissie constateert dat de AIVD zowel in beleid als praktijk adequaat
invulling geeft aan de derde partijregel ten aanzien van gegevens die zijn ontvangen van
buitenlandse collega-diensten.
De AIVD wisselt in toenemende mate (persoons)gegevens uit met buitenlandse inlichtingen-
en veiligheidsdiensten waarvan kan worden betwijfeld of zij voldoen aan de gestelde criteria
van samenwerking. Een verklaring hiervoor kan worden gevonden in de toenemende
internationale (terrorisme)dreiging waardoor de gegevensuitwisseling met buitenlandse
collega-diensten, in bepaalde gevallen ook met diensten waarvan betwijfeld kan worden of
zij voldoen aan de gestelde criteria voor samenwerking, in grotere mate wenselijk wordt
geacht. De Commissie signaleert dat de afwegingen die de AIVD daarbij maakt op een
bepaald terrein in de praktijk steeds ruimer worden.
De Commissie stelt vast dat de AIVD in enkele gevallen onrechtmatig heeft gehandeld bij de
verstrekking van persoonsgegevens aan buitenlandse diensten. De Commissie beveelt de
AIVD aan zorgvuldiger om te gaan met de verstrekking van persoonsgegevens aan
buitenlandse diensten.
De AIVD werkt samen met buitenlandse diensten door het over en weer verlenen van
technische en andere vormen van ondersteuning. De Commissie is van mening dat de AIVD
een te beperkte uitleg geeft aan het begrip ondersteuning. De Commissie stelt vast dat een
aantal verzoeken om ondersteuning door de inzet van bijzondere bevoegdheden aan
buitenlandse diensten waarvan betwijfeld kan worden of zij voldoen aan de gestelde criteria
voor samenwerking niet voldeed aan de wettelijke vereisten van noodzakelijkheid,
proportionaliteit en/of subsidiariteit.
De AIVD voert gezamenlijke operaties uit met collega-diensten waarmee een langer durende
samenwerkingsrelatie bestaat. Het is de Commissie niet gebleken dat de AIVD bij de
uitvoering van gezamenlijke operaties met collega-diensten niet heeft voldaan aan de in wet
en de wetsgeschiedenis daaraan gestelde voorwaarden.
De AIVD werkt ook samen met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het
kader van het verrichten van veiligheidsonderzoeken. De AIVD heeft een verplichting om de
voor een goede oordeelsvorming benodigde informatie met een redelijke inspanning te
ii
trachten te verkrijgen. De AIVD kan in een veiligheidsonderzoek echter afhankelijk zijn van
informatie van een buitenlandse dienst. Het is dan in het belang van de betrokkene dat de
AIVD in het kader van het veiligheidsonderzoek kan samenwerken met een buitenlandse
dienst.
Voorafgaand aan de samenwerking in het kader van veiligheidsonderzoeken dient gewogen
en besloten te worden of de buitenlandse dienst voldoet aan bepaalde
samenwerkingscriteria. De Commissie constateert dat de AIVD in het kader van
veiligheidsonderzoeken ook samenwerkt met diensten waarvan mogelijk kan worden
betwijfeld of zij voldoen aan de gestelde criteria, zonder dat hieraan de vereiste afweging en
besluitvorming is voorafgegaan.
Zie voor een uitgebreid overzicht van de conclusies en aanbevelingen van de Commissie
pagina 45 van het toezichtsrapport.
iii
Zgłoś jeśli naruszono regulamin