ctivd-rapport-33.pdf

(507 KB) Pobierz
TOEZICHTSRAPPORT
inzake
DE RUBRICERING VAN
STAATSGEHEIMEN
DOOR DE AIVD
CTIVD nr. 33
13 juni 2012
C
OMMISSIE VAN
T
OEZICHT
BETREFFENDE
DE
I
NLICHTINGEN
-
EN
V
EILIGHEIDSDIENSTEN
CTIVD nr. 33
Inzake de rubricering van staatsgeheimen door de AIVD
TOEZICHTSRAPPORT
Samenvatting
.................................................................................................................................... i
1
Inleiding........................................................................................................................................
1
2
Onderzoek van de Commissie
.................................................................................................. 2
THEORIE ............................................................................................................................................... 3
3
Theoretisch kader
........................................................................................................................ 3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.4.1
3.4.2
3.4.3
3.5
3.6
Definiëring en categorisering van bijzondere informatie.............................................. 3
Exclusiviteitseisen ............................................................................................................... 5
Onderscheid tussen het
need to know
beginsel en de noodzaak tot rubricering......... 5
Staatsgeheimen met betrekking tot de AIVD.................................................................. 6
Bronnen
............................................................................................................................. 9
Werkwijze
.......................................................................................................................... 9
Actueel kennisniveau.......................................................................................................
10
Staatsgeheimen en openbaarmakingsregelingen ......................................................... 11
Criteria uit de jurisprudentie........................................................................................... 12
4
De rubriceringsprocedure........................................................................................................
16
4.1
4.2
4.3
4.4
Het rubriceren van informatie......................................................................................... 16
Duur van de rubricering en derubricering ingevolge het Vir-bi................................ 16
Vernietiging en derubricering ingevolge artikel 43 en 44 Wiv 2002.......................... 17
Derubricering ten behoeve van ambtsberichten........................................................... 18
4.5
Toezicht op de naleving van de rubriceringsvoorschriften ........................................ 18
5
Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Commissie IVD)...............
19
PRAKTIJK............................................................................................................................................ 20
6
Intern beleid en praktijk van de AIVD.................................................................................
20
6.1
6.2
6.3
6.4
Interne rubriceringsvoorschriften................................................................................... 20
Het rubriceren van informatie in de praktijk ................................................................ 23
Derubricering..................................................................................................................... 25
Rol van de BVA ................................................................................................................. 25
7
Rubricering van operationele informatie
............................................................................. 26
7.1
7.1.1
7.1.2
7.1.3
7.2
7.2.1
7.2.2
7.2.3
7.2.4
7.3
De geheimhouding van de werkwijze, bronnen en het actuele kennisniveau......... 26
Werkwijze
........................................................................................................................ 26
Bronbescherming
............................................................................................................. 28
Actueel kennisniveau.......................................................................................................
30
Externe verstrekking van gerubriceerde informatie .................................................... 30
Ambtsberichten aan EL&I...............................................................................................
31
Korte informatierapporten (KIR) en speciale inlichtingenanalyses (SIA)
...................... 31
Producten in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen.........................................
32
Voorlichting aan derden en overige externe contacten....................................................
34
Veiligheidsonderzoeken................................................................................................... 35
8
Rubricering van overige informatie.......................................................................................
37
8.1
8.2
Personeelsbeleid ................................................................................................................ 37
Juridische notities.............................................................................................................. 38
9
Rubriceringsniveaus
................................................................................................................. 39
9.1
9.2
Algemeen ........................................................................................................................... 39
Informatie gerelateerd aan menselijke bronnen ........................................................... 40
9.3
9.4
Het rubriceringsniveau en het
need to know
beginsel ................................................... 42
Standaardrubriceringen ................................................................................................... 42
10
Vernietiging en derubricering van informatie
.................................................................... 44
Verwijdering, vernietiging en overbrenging................................................................. 44
Actieve en passieve derubricering.................................................................................. 47
Implicaties voor de praktijk............................................................................................. 49
10.1
10.2
10.3
11 Informatieverstrekking aan de Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten (Commissie IVD)
................................................................................. 51
12
Slotoverweging
.......................................................................................................................... 53
13
Conclusies en aanbevelingen..................................................................................................
55
C
OMMISSIE VAN
T
OEZICHT
BETREFFENDE
DE
I
NLICHTINGEN
-
EN
V
EILIGHEIDSDIENSTEN
CTIVD nr. 33
Bij het toezichtsrapport inzake de rubricering van staatsgeheimen door de AIVD
SAMENVATTING
Bij de uitoefening van zijn taken heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(AIVD) in belangrijke mate te maken met staatsgeheime informatie. Staatsgeheime
informatie raakt het belang van de Staat of van diens bondgenoten. Voorkomen moet
worden dat staatsgeheime informatie ter kennis komt van personen die niet tot
kennisneming daarvan gerechtigd zijn. Staatsgeheime informatie moet op een
voorgeschreven wijze als zodanig worden aangemerkt. Het aanmerken van informatie als
staatsgeheime informatie is het rubriceren. De Commissie van Toezicht betreffende de
Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (hierna: de Commissie) heeft een onderzoek verricht
naar de vraag of de AIVD de rubricering van staatsgeheimen juist toepast.
De AIVD dient zich bij het rubriceren van informatie te bewegen binnen het daarvoor
geldende wettelijke kader. Hierbij zij in het bijzonder gewezen op het bepaalde in het
Voorschrift informatiebeveiliging rijksoverheid – bijzondere informatie (het Vir-bi). Het is
van belang te onderkennen dat het rubriceren als staatsgeheime informatie slechts dan is
aangewezen indien dit noodzakelijk is in het belang van de Staat of van diens bondgenoten.
In dit uitgangspunt is gelegen dat de AIVD ernaar dient te streven het rubriceren van
informatie tot een minimum te beperken. De Commissie benadrukt dat hieraan niet alleen
een kostenbesparend motief ten grondslag ligt maar dat hier tevens een
transparantiebevorderende werking van uit kan gaan.
De Commissie heeft bij haar onderzoek vastgesteld dat de algemene rubriceringsregeling die
in het Vir-bi is neergelegd niet of nauwelijks door de AIVD in interne regelgeving nader is
uitgewerkt. De interne regelgeving is verouderd, niet breed intern beschikbaar of biedt
onvoldoende houvast voor de praktijk. De Commissie acht het van belang dat de AIVD komt
tot een nadere, op de praktijk gerichte, invulling van de rubriceringsrichtlijnen. Zij wijst erop
dat het Vir-bi hier eveneens toe oproept. Zij acht het aangewezen om hierin in het bijzonder
aandacht te besteden aan de criteria voor de verschillende rubriceringsniveaus.
Ondanks de afwezigheid van een intern uitgewerkt kader concludeert de Commissie dat,
hoewel er zeker verbeteringen mogelijk zijn, het rubriceren in den brede goed verloopt. Dit
geldt in het bijzonder voor de rubricering van operationele informatie, zijnde informatie die
rechtstreeks betrekking heeft op de taakuitoefening van de AIVD. De staatsgeheime
rubricering van informatie van de AIVD die slechts indirect is gerelateerd aan de
taakuitoefening staat wat de Commissie betreft meer ter discussie, met name op het terrein
van het personeelsbeleid van de AIVD.
De Commissie heeft vastgesteld dat met name de grens tussen Stg. CONFIDENTIEEL en Stg.
GEHEIM enigszins fluïde is te noemen en een zekere mate van subjectiviteit kent. Met name
waar het gaat om interne producten heeft het nauwelijks praktische consequenties welke van
de twee rubriceringsniveaus wordt gehanteerd.
i
Zgłoś jeśli naruszono regulamin