ctivd-rapport-57.pdf

(883 KB) Pobierz
Toezichtsrapport
De gegevensverstrekking door de AIVD
binnen Nederland over (vermeende)
jihadisten
CTIVD nr. 57
[vastgesteld op 13 maart 2018]
Commissie van Toezicht
op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten
CTIVD nr. 57
TOEZICHTSRAPPORT
De gegevensverstrekking door de AIVD
binnen Nederland over (vermeende) jihadisten
Inhoudsopgave
1
2
Inleiding
Nationaal beleid tegengaan gewelddadig jihadisme
2.1
2.2
2.3
3
4
De Nationale Contraterrorisme-strategie
Het Integrale Actieprogramma Aanpak Jihadisme
Wettelijke regelingen
7
10
10
10
12
14
16
16
18
18
19
19
22
23
23
Algemeen beeld
Ambtsberichten
4.1
4.2
Totstandkoming
Ontvangers en maatregelen
4.2.1 Opsporing en vervolging van strafbare feiten
4.2.2 Vreemdeling- en nationaliteitsrechtelijke maatregelen
4.2.3 Tijdelijke bestuurlijke maatregelen
Noodzakelijkheid en proportionaliteit
Inhoud
Conclusies
4.3
4.4
4.5
1
5
Inlichtingenberichten
5.1
5.2
5.3
5.4
Totstandkoming
Ontvangers
Inhoud
Conclusies
25
25
25
26
27
29
29
30
32
33
35
36
36
36
37
38
38
38
39
41
41
42
42
44
45
47
48
6
Publicaties
6.1
6.2
6.3
6.4
Juridische kwalificatie
Totstandkoming, doelen en gebruik
Inhoud
Conclusies
7
Het delen van gegevens in overleggen
7.1
7.2
Algemene bevindingen
Het Bevriezingsoverleg (BVO)
7.2.1 De praktijk
7.2.2 Waarborgen
7.2.3. Conclusies
Het bilateraal overleg met gemeenten
7.3.1 De praktijk
7.3.2 Waarborgen
7.3.3 Conclusies
Het Afstemmingsoverleg terrorisme (AOT)
7.4.1 De praktijk
7.4.2 Waarborgen
7.4.3 Conclusies
7.3
7.4
8
9
10
De samenwerking met de CT-infobox
Conclusies
Aanbevelingen
2
Commissie van Toezicht
op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten
CTIVD nr. 57
SAMENVATTING
De gegevensverstrekking door de AIVD
binnen Nederland over (vermeende) jihadisten
In Nederland is met het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme van 29 augustus 2014
1
(hierna: het
Actieprogramma) gekozen voor een brede aanpak van het gewelddadig jihadisme, waarbij de betrokken
organisaties multidisciplinair samenwerken op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Waar het
gaat om personen die in verband worden gebracht met het gewelddadig jihadisme, wordt ingezet
op repressieve maatregelen om de risico’s die van deze personen uitgaan te beperken. De Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) draagt aan deze maatregelen bij door, bijvoorbeeld in de vorm
van ambtsberichten, gegevens te verstrekken over (vermeende) jihadisten aan overheidsinstanties,
zoals het Openbaar Ministerie (OM) of gemeenten, die bevoegd zijn maatregelen te nemen. Daarbij
mag van de AIVD een bepaalde betrokkenheid worden verwacht bij het vervolgtraject na de
gegevensverstrekking. Dit wordt in het Actieprogramma benadrukt door de opdracht alle beschikbare
en relevante informatie te delen met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
(NCTV), het Openbaar Ministerie (OM), de politie en gemeenten om zo de meest effectieve interventie
te bepalen en de integraliteit te bewaken.
Door de aanslagen in Europa en daarbuiten is de maatschappelijke en politieke aandacht voor deze
aanpak aanzienlijk toegenomen in de afgelopen jaren. De urgentie om de dreiging van het gewelddadig
jihadisme terug te dringen leidt daardoor tot druk op het nemen van maatregelen. Dit vraagt om snel
en slagvaardig handelen door alle betrokken partijen. Juist in deze dynamiek is het van belang te
toetsen of de AIVD bij het verstrekken van gegevens over (vermeende) jihadisten binnen de wettelijke
kaders is gebleven. De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
heeft daarom onderzocht of de AIVD rechtmatig heeft gehandeld bij het verstrekken van gegevens
over (vermeende) jihadisten aan Nederlandse overheidsinstanties in de periode van januari 2016 tot
maart 2017.
In het onderzoek zijn de gegevensstromen vanuit de AIVD op het gebied van (vermeende) jihadisten op
nationaal niveau in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat de AIVD door middel van schriftelijke producten
en het mondeling delen van gegevens in overleggen, informatie verstrekt aan veel van de partijen
die deelnemen aan het Actieprogramma. In de eerste plaats concludeert de CTIVD dat de vormen
van gegevensverstrekking die zijn onderzocht (bijvoorbeeld het mondeling delen van gegevens in
overleggen of de uitgebrachte ambtsberichten) in het algemeen noodzakelijk waren in het belang van
de nationale veiligheid. Van een wildgroei van gegevensdeling is geen sprake. De kritiek van de CTIVD
gaat over de invulling die de AIVD in een aantal gevallen hieraan heeft gegeven. De werkwijze van de
dienst blijkt namelijk niet altijd voldoende afgestemd op de huidige praktijk en de rol die de AIVD heeft
in de samenwerking met zijn ketenpartners ter uitvoering van het Actieprogramma. Daardoor wordt
bij een aantal vormen van gegevensverstrekking niet voorzien in de benodigde waarborgen en is de
AIVD te weinig betrokken bij het vervolgtraject na de gegevensverstrekking.
1
Kamerstukken II
2013/14, 29 754 nr. 253 (bijlage).
3
Zgłoś jeśli naruszono regulamin