herman-9801.pdf

(307 KB) Pobierz
Nr 2318420-58/Nieuwsbricf 98-1
BVD - Nieuwsbrief 98-1
4 februari 1998
INHOUD:
Een doctoraalscriptie over de identiteit van CD-kiezers.
een beschouwing over de aanslag op toeristen in het Egyptische
Luxor.
de Unit Synthetische Drugs (USD),
ongewenste activiteiten van de Iraanse overheid in Nederland
Een overzicht van mutaties artikel 18 - personeel en een brief van de directeur Democrati-
sche Rechtsorde aan de chefs RID over het doorberekenen van kosten aan de BVD.
BVD-Nieuwsbrief 98-1 / 2318420-58
Een student politicologie wijdt zijn doctoraalscriptie aan het profiel van de
'doorsnee' Centrumdemocraat. Hieronder een bespreking daarvan.
Profiel van het doorsnee-lid van de Centrumdemocraten
Medio februari 1997 schreef een
student politicologie aan de Leidse
universiteit, een brief aan
voorzitter en boegbeeld van de extreem-rechtse
Centrumdemocraten (CD), waarin hij vroeg een schriftelijke enquête te mogen houden onder
een steekproef van de leden van de CD. De bevindingen zouden moeten uitmonden in een
doctoraalscriptie waarmee, zo betoogde hij, ook de CD zijn voordeel zou kunnen doen, niet
het minst als zou blijken dat het cliché-beeld van een aanhanger van extreem-rechts - de
gewelddadige racist - niet zonder meer op de CD-leden van toepassing is.
Janmaat liet twee maanden later een briefen vragenlijst uitgaan aan een a-selecte groep van
zeshonderd CD-leden waarin dezen, met garantie van anonimiteit, werden uitgenodigd om
mee te werken. Naar later bleek heeft 35 procent van hen dit gedaan.
Medio november ontving
doctoraalscriptie met als titel
'CD-leden
bekennen kleur'.
Zijn vraagstelling valt in drie delen uiteen:
• Wie zijn de leden van de CD: wat is de profielschets van het doorsnee CD-lid ?
• Waarom zijn zij lid van de CD ?
• Hoe actief zijn de leden van de CD ?
Op basis van de enquête-resultaten komt
tot de volgende beantwoording.
Het gemiddelde CD-lid is al vrij lang lid van zijn partij, behoort tot de oudere
leeftijdscategorieën, is man, woont in de randstad, heeft een lagere of middelbare
schoolopleiding gevolgd, is in loondienst werkzaam in het bedrijfsleven, leest De Telegraaf,
en zou - als de CD verboden werd - ofwel niet gaan stemmen, ofwel stemmen op een andere
extreem-rechtse partij dan wel de WD.
geeft als verklaring dat ouderen meer bevreesd kunnen zijn voor culturele veranderingen
en mannen wellicht meer bevattelijk voor extremisme, terwijl mensen die in de randstad
wonen vaker in contact komen met allochtonen met wie zij op de arbeidsmarkt concurreren,
en van wie zij de andere leefgewoonten hinderlijk kunnen vinden.
De redenen die de geënquêteerden aangeven voor hun lidmaatschap, verschillen aldus
niet veel van die van de leden van PvdA, CDA en WD. Zij willen politieke invloed
uitoefenen, uiting geven aan hun levensovertuiging of zij beschouwen het als hun plicht als
burger om politiek te participeren. De leden vinden van zichzelf dat zij rechtse opvattingen
koesteren. Deze laten zich samenvatten als een pleidooi voor een hardere aanpak van de
criminaliteit, bezwaren tegen de teloorgang van de mono-etnische samenleving en, in verband
daarmee, tegen het grote aantal asielzoekers.
BVD-Nieuwsbrief 98-1 / 2318420-58
De vraag tenslotte hoe actief de leden van de CD zijn wordt beantwoord met: betrekkelijk
inactief. Het overgrote deel van de ondervraagden noemt "maatschappelijke druk" als
verklaring daarvoor.
tekent daarbij aan dat de leden van de CD als gevaarlijk worden beschouwd vanwege
hun opvattingen maar, zo stelt hij, in de door CD-leden zelf genoemde redenen voor het
lidmaatschap klinken geen revolutionaire ideeën door. Zij zouden waarschijnlijk op dezelfde
wijze invulling willen geven aan hun lidmaatschap als leden van andere politieke partijen,
ware het niet dat samenleving en overheid extra barrières hebben opgeworpen.
De uitkomst van het onderzoek is voor
niet verrassend.
De afgelopen jaren is vanuit dat team in woord en geschrift steeds weer de boodschap
uitgedragen dat de CD weliswaar ultra-nationalistisch en xenofoob is, maar dat het
demoniseren van de partij en het diskwalificeren van haar kiezers tot een karikatuur leiden.
Dit doet namelijk geen recht aan de authentieke gevoelens van onzekerheid en onvrede over
de multi-etnische samenleving,. Deze gevoelens leven onder vele niet-racistische en niet-
extremistische Nederlanders.
BVD-Nieuwsbrief 98-1 / 2318420-58
De aanslag van al-Jama 'a al-Islamiyya op toeristen in Ltccor
Op maandag 17 november 1997 werd in de Zuid-Egyptische stad Luxor, bij de tempel van
Hatsjepsut, een koelbloedige aanslag uitgevoerd op buitenlandse toeristen. In vergelijking met
voorgaande aanslagen die eveneens tot doel hadden de economie van Egypte te schaden door
een gevoelige klap toe te brengen aan haar voornaamste pijler, de toeristenindustrie, vertoont
deze aanslag een aantal afwijkende kenmerken.
Opvallend is in de eerste plaats het grote aantal dodelijke slachtoffers dat als gevolg van deze
aanslag te betreuren was. Terwijl in de periode 1991-1997 35 toeristen in Egypte werden
gedood als gevolg van door moslimextremisten gepleegde terreuracties, bedroeg het aantal
buitenlandse slachtoffers van de aanslag in Luxor 58 personen. Voorts is de koelbloedige en
professionele wijze waarop door kogels gewonde toeristen werden 'afgemaakt' met
messsteken een nieuw element in de modus operandi van de moslimextremisten. Dit geldt ook
voor het verschijnsel dat de daders zich gehuld hadden in uniformen van de Egyptische
politie. Deze in de Egyptische context tot op heden ongekende methoden roepen associaties
op met de werkwijze van de islamitische terreurgroepering GIA in Algerije.
De aanslag in Luxor is opgeëist door de Egyptische groepering al-Jama'a al-Islamiyya (AJAI)
en zou zijn uitgevoerd door zes leden van deze organisatie, die allen door de hen
achtervolgende veiligheidstroepen zijn geliquideerd. Volgens de Arabische pers kon van de
zes omgekomen daders aanvankelijk slechts een persoon worden geïdentificeerd. Het betreft
de vermoedelijke leider van de dadergroep, een AJAI-lid uit de provincie Asyut, die in 1993
naar Pakistan zou zijn gereisd. Zes maanden voor de aanslag zou hij via Soedan naar Egypte
zijn teruggekeerd. Van de overige vijf daders, van wie er inmiddels drie zijn geïdentificeerd,
zouden in Egypte geen vingerafdrukken of foto's beschikbaar zijn. Dit gegeven,
gecombineerd met het professionele optreden van de extremisten, heeft aanleiding gegeven tot
de speculatie dat alle zes daders uit het buitenland afkomstig waren. Daarnaast is ook de
mogelijkheid geopperd, dat de Egyptische veiligheidsdienst nog geen gegevens over de daders
bezat omdat zij zich pas kortelings bij de AJAI hadden aangesloten.
Wildere speculaties over de toedracht van de aanslag gaan uit van Amerikaanse en Israëlische
betrokkenheid en infiltratie van islamitische terreurgroepen. Amerika en Israël zouden de
Egyptische regering met de aanslag willen straffen voor haar eigenzinnige koers ten aanzien
van het gestagneerde Arabisch-lsraëlische vredesproces, onder meer tot uiting komend in de
Egyptische boycot van de economische conferentie in Doha, de hoofdstad van Qatar. Het
dreigement van het Amerikaanse congres om de economische steun aan Egypte te
verminderen, werd aan Egyptische zijde met een schouderophalen beantwoord: Egypte had de
Amerikaanse steun niet nodig, gezien de economische opbloei die het land, mede als gevolg
van de florerende toeristensector, doormaakte. Hoewel deze samenzweringstheorie zeer
onaannemelijk lijkt, geeft zij op zijn minst uiting aan de anti-Amerikaanse en anti-Israëlische
stemming in Egypte.
_
^
BVD-Nieuwsbrief 98-1 /2318420-58
Daarnaast werd betwijfeld of de in het buitenland verblijvende leiders zich bij de instructies
van de gedetineerde AJAl-leiders zouden neerleggen en werd, naar aanleiding van
tegenstrijdige reacties hierop van de leiders in het buitenland, driftig gespeculeerd over een
splitsing binnen de AJAl-gelederen. Het is daarom niet verwonderlijk dat de AJ AI thans alles
in het werk stelt om de rijen te sluiten, zich naar buiten toe eensgezind te presenteren en het
eigen imago op te poetsen. De leiders in het buitenland hebben alle AJAl-leden en -
aanhangers opgeroepen de terreuracties tegen buitenlandse toeristen, de Egyptische
toeristenindustrie en de Kopten te staken. Wat hiervan het effect zal zijn moet nog blijken.
Dat het drama in Luxor samenviel met de eerste dag van het staatsbezoek van Koningin
Beatrix aan Egypte berust overigens op louter toeval. Het ontbreken van een adequate
beveiliging van belangrijke toeristische trekpleisters in Egypte heeft ongetwijfeld bijgedragen
aan het welslagen van de aanslag.
Zgłoś jeśli naruszono regulamin