2003-2.pdf

(1633 KB) Pobierz
Nr. 2065591/01
Driemaandelijkse rapportage april - mei -juni 2003
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Terrorisme
Tegenkrachten bij integratie
Politiek (gewelddadig) activisme
Ongewenste bemoeienis van vreemde mogendheden
Bedreiging internationale rechtsorde
Andere gewichtige belangen van de staat
Beveiligingsbevordering
Inlichtingen buitenland
Samenwerking
Verantwoordingen publiciteit
Bedrijfsvoering
2
9
13
15
17
20
21
24
27
32
34
37
38
39
41
42
43
Bijlage A Verrichte veiligheidsonderzoeken
Bijlage B Schriftelijke Kamervragen
Bijlage C Moties en toezeggingen
Bijlage D Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
Bijlage E Klachten via de Nationale Ombudsman
Bijlage F Ambtsberichten
Algemene Inlichtingen-en Veiligheidsdienst, juli 2003
Nr. 2065591/01
1. Terrorisme
1.1 Algemeen dreigingsbeeld islamistisch terrorisme
De wereldwijde dreiging van het islamistisch terrorisme is na de beëindiging van de oorlog
tegen Irak niet substantieel afgenomen. Naast onder meer betrekkelijk kleinschalige aanslagen
op westerse militaire doelen in Afghanistan en Irak vonden kort na elkaar grootschalige
zelfmoordaanslagen plaats in Saoedi-Arabië en Marokko. Medio mei werden achtereenvolgens
Riyad en Casablanca getroffen door simultaan uitgevoerde aanslagen tegen westerse en
joodse burgerdoelen (zogeheten 'soft targets"). De werkwijze van de terroristen in beide landen
vertoont grote overeenkomsten met eerder door Al Qa'ida uitgevoerde acties. De aanslagen
lijken de verwezenlijking van tenminste één strategische doelstelling van Al Qa'ida dichterbij te
hebben gebracht: de tegenstellingen tussen moslims en niet-moslims - die als gevolg van de
aanslagen van 11 september 2001 waren ontstaan - zijn vergroot. Daarnaast zal de aftocht van
Amerikaanse troepen uit Saoedi-Arabië (die overigens al voor de aanslagen in Riyad was
aangekondigd) door islamistische terroristen worden uitgelegd als een succes vergelijkbaar met
het terugtrekken van het Sovjet-leger uit Afghanistan. Het is waarschijnlijk dat Al Qa'ida kracht
put uit het bereiken van strategische doelen in een periode waarin de organisatie tal van
tegenslagen te verwerken krijgt. De wisselwerking tussen de ontwikkelingen inzake de
'routekaart naar vrede' in het Midden-Oosten en de algehele strategie van Al Qa'ida (of aan Al
Qa'ida gerelateerde groeperingen en netwerken) zal toenemen. Een en ander kan op termijn
leiden tot een schaalvergroting van het islamistisch terrorisme qua geografische spreiding,
intensiteit en tactische doelstellingen.
Er zijn geen aanwijzingen dat islamistisch-terroristische netwerken zich specifiek tegen
Nederlandse belangen zullen richten. Gelet op de mondiaal aanhoudend hoge dreiging van dit
type terrorisme is alertheid evenwel geboden, aangezien als voorheen het gevaar reëel is dat
radicale moslims betrokken zullen worden bij het voorbereiden of uitvoeren van aanslagen in of
vanuit Nederland.
1.2 Rekrutering voor terrorisme
Met de zelfmoordaanslagen in Tel Aviv van eind april 2003 is rekrutering voor islamistisch
terrorisme binnen de Europese context opnieuw in de publiciteit gekomen. Het was de eerste
keer dat personen van buiten het conflictgebied ingezet werden bij de uitvoering van aanslagen
in het kader van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Het betrof voor de gewelddadige jihad
gerekruteerde Britse moslims, die niet eerder opvielen in kringen van islamisten in het Verenigd
Koninkrijk.
Deze ontwikkeling past in de tendens dat
radicale netwerken wereldwijd moslims werven en inzetten voor de gewelddadige jihad. De
AIVD heeft het afgelopen jaar nationaal (in een nota aan de Kamer, de zgn. rekruteringsnota))
en internationaal (onder meer door een conferentie en de verspreiding van een Engelstalige
versie van de rekruteringsnota) aandacht gevraagd voor de gevaren van dergelijke
rekrute ri ngsacti viteite n.
Nr. 2065591/01
1.3 Bevriezing tegoeden van Al Aqsa
Op basis van de Sanctieregeling terrorisme 2003 (Stcrt 7 april 2003, nr.68) zijn de tegoeden
van de stichting Al Aqsa ter hoogte van circa 260.000,- euro per 9 april 2003 bevroren. De
beperkende maatregelen zijn door de ministervan Buitenlandse Zaken in overeenstemming
met de ministervan Financiën genomen. Aan deze maatregelen ligt een ambtsbericht van de
AIVD ten grondslag. De stichting Al Aqsa heeft op 2 mei een (civiel) kort geding aangespannen
tegen de Staat der Nederlanden (Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën). De
voorzieningenrechter is in zijn vonnis van 3 juni tot het oordeel gekomen dat de bevindingen
van de AIVD voldoende draagvlak bieden voor de conclusie dat in Nederland ingezamelde
gelden bij aan Harnas gerelateerde organisaties terecht zijn gekomen die geld ter beschikking
stellen ten behoeve van het plegen respectievelijk faciliteren van terroristische activiteiten.
1.4 Islamistisch netwerk in Zuid-Limburg opgerold
Op grond van in twee AIVD ambtsberichten vervatte informatie is Justitie opgetreden tegen een
islamistisch netwerk in Geleen. Op 29 april zijn in totaal vijftien mensen aangehouden. Onder
de arrestanten bevond zich een aantal illegaal in Nederland verblijvende Noord-Afrikanen.
Op 5 augustus aanstaande zal deze zaak door de rechter worden behandeld. Alle arrestanten
zijn in afwachting van het proces heengezonden, behoudens degenen die niet over een legale
verblijfstatus beschikken.
1.5 Golden Chain List
In NOVA-uitzendingen van 22 en 23 april werd een lijst met twintig namen van veronderstelde
Al Qa'ida-financiers openbaar gemaakt, een zogeheten Golden Chain List, die de verbindende
schakel zou zijn tussen het netwerk van Bin Laden en Saoedische financiers. NOVA verbond in
diezelfde uitzendingen een van de namen op de lijst aan het bestuurslid Adil Hamad
Abderrahman Alhusayni van de Eindhovense stichting Al Waqf al-lslami. Dit bestuurslid is
woonachtig in Saoedi-Arabië.
Nr. 2065591/01
1.6 Arrestatie Al Qa'ida-lid in Amsterdam
1.7 Mullah Krekar
Nu mullah Krekar, de leider van de Noord-lraakse islamistische beweging Ansar Al Islam, sinds
januari van dit jaar terug is in Noorwegen heeft Jordanië eenzelfde soort uitleveringsverzoek bij
de Noorse autoriteiten ingediend als destijds (in september 2002) bij de Nederlandse
autoriteiten: de Jordaanse justitie verdenkt Krekar van drugshandel waarmee deze zijn
islamistische Noord-lraakse beweging Ansar Al Islam van geld zou hebben voorzien toen de
Nr. 2065591/01
financiële donaties van het Al Qa'ida netwerk heetten te zijn weggevallen. Noorwegen is echter
niet bereid om tot uitlevering over te gaan, omdat de Jordaanse justitie haar beschuldigingen
onvoldoende heeft gestaafd. Hierdoor blijft Krekar vooralsnog op vrije voeten in Noorwegen,
maar hij staat daar wel onder controle van de autoriteiten. Een terugkeer naar Nederland is
naar inschatting van de AIVD dan ook niet snel te verwachten.
De in de media aangehaalde beweringen van getuigen dat Krekar (in 2000) in contact stond
met Zawahiri, de plaatsvervanger van Usama bin Laden in het Al Qaïda-netwerk, kunnen
vooralsnog niet bevestigd worden.
1.8 Europees verbod Baskische partijen
Op 4 juni 2003 heeft de Europese Unie besloten de Baskische nationalistische partijen
Batasuna, Euskal Herritarok en Herri Batasuna op de lijst van terroristische organisaties te
plaatsen. Batasuna is de politieke vleugel van de gewapende Baskische afscheidingsbeweging
ETA, die in Spanje ijvert voor een onafhankelijk Baskenland. De Baskische partijen Batasuna,
Euskal Herritarok en Herri Batasuna worden nu beschouwd als één structuur samen met de
ETA:
Met het genoemde verbod worden de mogelijkheden
van Basken uitgeschakeld om politieke middelen te gebruiken ter realisering van hun wensen.
Dit zou kunnen leiden tot toenemend gebruik van terroristische middelen.
Voor Nederland betekent de bevriezingsverplichting aangaande financiële tegoeden van deze
partijen wellicht weinig. Wel ziet de AIVD sympathisanten in Nederland voor de Baskische
problematiek.
1.9 Sison en de Filippijnen
Sison verloor in mei de rechtszaak die hij had aangespannen bij het 'Court of First Instance' van
de EU. Hij had vrijgave geëist van zijn tegoeden die waren bevroren sinds hij op de EU-lijst van
terroristische organisaties was geplaatst. De rechtbank oordeelde dat er geen urgente redenen
waren om Sisons tegoeden vrij te geven en dat Sison zich in dit geval tot de Nederlandse
overheid diende te wenden.
De Filippijnse overheid poogt ondertussen de vredesbesprekingen met de Filippijnse
communistische partij (CPP) en haar gewapende tak (NPA) weer vlot te trekken. Verkennende
gesprekken die in februari 2003 in Utrecht werden gehouden tussen een Filippijnse
overheidsdelegatie en een afvaardiging van het NDFP (de politieke tak van de CPP) liepen stuk
Zgłoś jeśli naruszono regulamin